Zitting van 1 februari 2024

OPENBARE ZITTING

Beslissing

MOTIVERING

Juridische gronden

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op artikels 1 §5, 32 en 33 van het huishoudelijk reglement door de OCMW-raad goedgekeurd;

Feiten en context

Overwegende dat de notulen en het zittingsverslag van de openbare zitting van de OCMW-raad van 7 december 2023 digitaal bezorgd werden aan de raadsleden op 24 januari 2024;

Op voorstel van het vast bureau

STEMMING :

Eenparig aangenomen.
 

BESLUIT

Art 1 :

De op 24 januari 2024 digitaal bezorgde versie van de notulen en het zittingsverslag van de OCMW-raadszitting van 7 december 2023 goed te keuren.

Zitting van 1 februari 2024

OPENBARE ZITTING

Kennisneming

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de mededelingen van de voorzitter.

Zitting van 1 februari 2024

OPENBARE ZITTING

Beslissing

MOTIVERING

Juridische gronden

Gelet op het decreet lokaal bestuur;

Gelet op het federaal regeerakkoord van 2020 omtrent het stimuleren van de OCMW's om op basis van het REMI-systeem, aanvullende financiële steun te voorzien;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de remi-tool;

Feiten en context

Gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 13 maart 2023 om in te schrijven op de oproep van de POD MI om in te stappen in het REMI project en op die manier kosteloos gebruik te maken van de REMI-tool en daarbij extra financiële middelen te ontvangen om bijkomende financiële steunen op basis van de REMI-tool toe te kennen;

Gelet op de beslissing van de Raad voor maatschappelijk welzijn van 29 juni 2023 om de samenwerkingsovereenkomst met Thomas More Hogeschool goed te keuren in kader van het in gebruik nemen van de REMI-tool;

Gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 18 december 2023 om in te schrijven op de 2de toelageperiode (1 maart 2024 - 31 december 2024) van de POD MI voor het gebruik van de REMI tool;

Adviezen

Gelet op het advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 17/10/2023 en 12/12/2023 met betrekking tot het richtinggevend werkingskader REMI;

Argumentatie

Overwegende dat het centrum voor budgetadvies en -onderzoek van Thomas More een REMI-tool ontwikkelde waarbij wetenschappelijk onderbouwd is hoeveel inkomen een gezin nodig heeft om een menswaardig leven te kunnen leiden via het vaststellen van referentiebudgetten op verschillende domeinen van het leven;

Overwegende dat OCMW Bierbeek intekende op de oproep van de POD MI om de REMI-tool aan te kopen en gebruik te maken van de subsidies toegekend in de 1ste en 2de toelageperiode (Juni 2023 - februari 2024 en maart 2024 - december 2024);

Overwegende dat de sociale dienst en het BCSD ondertussen gestart zijn met het gebruiken van de REMI tool bij het voorstellen en toekennen van financiële steunen;

Overwegende dat de sociale dienst in samenwerking met het BCSD een richtinggevend kader uitwerkte om de REMI tool zo uniform mogelijk toe te passen binnen de dienst;

Op voorstel van het vast bureau

STEMMING :

Eenparig aangenomen.
 

BESLUIT

Enig artikel :

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaand richtinggevend werkingskader REMI voor de dienst Welzijn goed:

Doel

Met dit werkingskader REMI willen we volgende doelstellingen bereiken:

●        Inwoners die financieel behoeftig zijn, op een gelijklopende manier ondersteunen via het voorleggen van de nodige financiële steun aan het BCSD.

●        Een meer uniforme en objectieve methode hanteren om de financiële behoeftigheid van inwoners in kaart te brengen.

●        Onze maatschappelijk werkers een meer uniform en objectief hulpmiddel aanbieden om in te schatten welke soort van maatschappelijke dienstverlening het meest aan de orde is voor een hulpvrager.

●        Onze maatschappelijk werkers een tool aanbieden om die financiële behoeftigheid van inwoners in cijfers uit te drukken ter ondersteuning van hun sociaal verslag en vraag-voorstel aan het BCSD.

○        Op die manier proberen we onze sociale verslagen ook inhoudelijk naar een hoger niveau te tillen.

●        Het BCSD een uniform en wetenschappelijk onderbouwd kader bieden om beslissingen rond individuele steunen mee te onderbouwen.

○        En ervoor te zorgen dat gelijkaardige steunaanvragen over de jaren heen ook op een gelijkaardige manier besproken worden.

Dit werkingskader is een richtinggevend kader voor de dienst. OCMW dienstverlening blijft in eerste instantie individuele dienstverlening aan mensen. In die zin zal de specifieke situatie van de persoon in begeleiding bepalen in welke mate dit richtinggevend kader per thema toegepast wordt.

Werkingskader REMI Bierbeek

Doelgroep

Voor wie / in welke gevallen passen we het REMI maandbudget toe?

Voor toepassing van het REMI maandbudget houden we in eerste instantie rekening met de officiële bevoegdheidsregels voor OCMW’s. Voor personen die niet onder de bevoegdheid van OCMW Bierbeek vallen, passen we het REMI maandbudget niet toe.

Curatieve toepassing

Het doel van de curatieve toepassing is om een zicht te krijgen of er een structureel financieel tekort is bij een aanvrager en dit structureel te kort concreet in kaart te brengen.

Deze curatieve toepassing hanteren we standaard binnen onze sociale dienst voor alle bijkomende/aanvullende financiële steunaanvragen (Participatie en Sociale Activering, Fonds voor Gas en Elektriciteit - CREG, huurtussenkomst, medische kosten, etc.)

Preventieve toepassing

Het REMI maandbudget kan ook, los van een steunaanvraag, gebruikt worden als educatief instrument binnen een begeleidingstraject tussen cliënt en maatschappelijk werker. Op basis hiervan kan gewerkt worden rond bestedingspatroon, rechtenoptimalisatie, verdere activering, etc, bijvoorbeeld indien er grote verschillen vast te stellen zijn tussen de werkelijke uitgaven en de voorziene uitgaven binnen de referentiebudgetten.

De keuze om REMI preventief toe te passen is een keuze binnen een specifiek begeleidingstraject. Elke maatschappelijk werker bekijkt in samenspraak met de cliënt in welke gevallen dit een meerwaarde kan zijn binnen het begeleidingstraject.

Doelgroepen waarvoor REMI niet standaard toegepast wordt

Voor enkele doelgroepen passen we REMI niet toe:

●        Personen die niet onder de bevoegdheid van OCMW Bierbeek vallen.

●        Personen die een aanvraag doen voor een tussenkomst via het sociaal verwarmingsfonds (verwarmingstoelage / stookolietoelage)

●        Personen die meer dan 1 woning in (volle of gedeelde) eigendom hebben.

●        Personen die feitelijk en gewoonlijk verblijven in een woonzorgcentrum of andere zorginstelling.

●        Personen die in een collectieve schuldenregeling zitten.

●        Personen die zich niet (meer) aan de begeleidingsvoorwaarden houden.

In uitzonderlijke individuele gevallen kan er hiervan afgeweken worden na overleg binnen de sociale dienst en met goedkeuring van het BCSD.

Zelfstandige studenten

Voor zelfstandige studenten kan het REMI maandbudget niet op dezelfde manier opgemaakt worden aangezien kosten en inkomsten voor hogere studies niet inbegrepen zijn in de referentiebudgetten.

Voor zelfstandige studenten moeten we dus bijkomend rekening houden met volgende zaken:

●        Inkomsten

○        Naast alle gewone inkomsten moeten hier ook alle vormen van studietoelagen of financiële steunen vanuit een onderwijsinstelling of overheid ingegeven worden onder ‘andere inkomstenbronnen’.

●        Uitgaven

○        Alle werkelijke studiekosten moeten integraal ingegeven worden onder ‘andere uitgaven’, zoals:

■        Inschrijvingsgeld

■        Kosten voor cursussen en studiemateriaal (vb: laptop)

■        Vervoerskosten

■        Etc.

○        Huisvestingskosten voor zelfstandige studenten worden meegenomen tot maximaal de minimale gemiddelde huurprijs van een kot in Leuven:

■        Kamer: € 390

■        Kamer met extra comfort: € 500

■        Studio: € 605

Bedragen voor studiegerelateerde kosten voor studenten met voltijds leerplan zijn vaak terug te vinden op websites van de opleidingsinstellingen. Via https://www.cebud.be/studentenbrochure kan geraadpleegd worden hoeveel de gemiddelde studie gerelateerde kost bedraagt voor een student met volledig leerplan.

Gebruikers

Wie kan een REMI maandbudget opmaken?

Elke maatschappelijk werker van de sociale dienst kan een REMI maandbudget aanmaken. Standaard gebeurt dit op basis van de informatie die de cliënt zelf aanreikt en die de MW’er via de KSZ opvraagt, in kader van een steunvraag van een cliënt.

Binnen begeleidingstrajecten kan het REMI maandbudget gebruikt worden als educatief instrument voor maatschappelijk werker én cliënt bij het werken rond gezond financieel beheer door de cliënt.

Inkomsten

Welke inkomsten worden in rekening genomen binnen het REMI maandbudget?

Inkomsten die WEL in rekening genomen worden binnen REMI

●        Alle maandelijkse (vervangings)inkomsten zoals:

○        Loon uit arbeid, Leefloon, Ziekte-en invaliditeitsuitkering, InkomensVervangende Tegemoetkoming, Pensioen, …

○        Groeipakket

○        Huurinkomsten, huursubsidies en huurpremies

○        Effectief ontvangen alimentatiegelden

○        Steunen voor kostenplaatsen binnen de referentiebudgetten zoals:

■        Tussenkomsten via PSA, CREG, Verwarmingstoelagen, …

○        Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (cfr. Prijsberekening gezinszorg)

○        Overige maandelijkse inkomsten

●        Jaarlijkse/Periodieke inkomsten zoals:

○        Eindejaarspremie

○        Vakantiegeld

○        13de maand

○        Studiebeurs

Deze (bijkomende) inkomsten (buiten het basisinkomen) worden ingegeven onder rubriek ‘inkomsten’ als ‘andere inkomsten’.

Inkomsten die NIET in rekening genomen worden binnen REMI

●        Specifieke inkomsten ter ondersteuning van bijkomende zorg(nood) te betalen:

○        Integratietegemoetkoming

○        Zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden

○        Zorgbudget voor mensen met een handicap

○        Mantelzorgpremie

●        Periodieke inkomsten zoals:

○        Afrekening personenbelasting

●        Eenmalige en/of uitzonderlijke inkomsten:

○        Installatiepremie

○        Geboortepremie

○        Schoolpremie groeipakket (september)

○        Vrijwilligersvergoedingen

Wat bij Loonbeslag?

Bij loonbeslag nemen we het werkelijke inkomen in rekening waarover de betrokkene in praktijk over beschikt, dus na aftrek van het loonbeslag.

●        Doel: de werkelijke leefsituatie van betrokkene zo juist mogelijk in kaart brengen

In het sociaal verslag kan dan aangegeven worden waarop het loonbeslag betrekking heeft. Indien uit het sociaal onderzoek zou blijken dat het loonbeslag het gevolg is van schulden die we niet in rekening nemen binnen REMI (zie onderdeel ‘Schulden’), kan dit gevolgen hebben op het voorstel tot financiële steun dat vanuit de sociale dienst aan het BCSD wordt voorgelegd.

Spaargeld

Op welke manier worden spaargelden in rekening genomen binnen het REMI maandbudget?

We nemen spaargelden in rekening conform de richtlijnen van de POD MI voor het in rekening nemen van spaargelden binnen de berekening leefloon.

Dit wilt zeggen dat er een bedrag tot € 6.200 vrijgesteld wordt. Alles daarboven wordt in rekening gebracht als jaarlijks inkomen volgens de officiële leefloon berekening en op die manier bij ‘andere inkomsten’ toegevoegd in de REMI maandbudget.

●        De dienst Welzijn zal steeds het vrijgestelde bedrag spaargelden uit de meest recente omzendbrief RMI van de POD MI hanteren.

Wiens inkomen wordt meegerekend

Wiens inkomen wordt meegenomen in het REMI maandbudget?

Bij de berekening van het REMI maandbudget nemen we de inkomsten in rekening van alle personen die feitelijk en gewoonlijk samenwonen. Hiervoor volgen we de interpretatie vanuit de rechtspraak van het Hof van Cassatie:

●        Het volstaat niet dat personen een economisch-financieel voordeel behalen door een woning te delen om te spreken van samenwonen.

●        Tevens is vereist dat zij ook taken, activiteiten en andere huishoudelijke aangelegenheden, zoals het onderhoud van de woonst en eventueel het inrichten ervan, de was, de boodschappen, het bereiden en nuttigen van de maaltijden gemeenschappelijk verrichten en daarvoor eventueel financiële middelen inbrengen

Wat met inkomen van inwonende kinderen?

Hoe wordt het inkomen van inwonende kinderen meegenomen binnen het REMI maandbudget?

Hiervoor hanteren we een richtinggevend systeem van ‘geld voor kost- en inwoon’, zoals geadviseerd door CEBUD:

●        Elk inwonend kind met eigen inkomen betaalt geld voor kost en inwoon aan de ouders

○        Richtinggevend bedrag = € 350 per kind per maand

Met dit kostgeld voldoet het inwonend kind aan de solidariteit voor ondeelbare kosten.

●        Hierdoor wordt dit kostgeld ook NIET in rekening gebracht bij het inkomen van de ouders.

●        Hierdoor kan dit inwonend kind dan volledig weggelaten worden uit de berekening van het REMI maandbudget van de ouders.

Indien het richtinggevend bedrag van € 350 per kind per maand helemaal niet strookt met de reële situatie, kan hiervan afgeweken worden in samenspraak met het team sociale dienst en wordt dit voldoende beargumenteerd in het sociaal verslag voor het BCSD.

Uitgaven

Welke uitgaven worden in rekening genomen bij de diagnose behoeftigheid via het REMI maandbudget?

Algemene uitgaven

We werken voor algemene uitgaven maximaal rekening met de bedragen die opgenomen zijn binnen de referentiebudgetten.

In enkele gevallen vervangen we de referentiebudgetten door reële uitgaven indien deze een juister beeld geven aan de minimaal noodzakelijk kosten:

●        Huurkosten / Hypothecaire kosten: hier vullen we een reële kost in aangezien de huizenmarkt in Bierbeek het Vlaams gemiddelde niet weerspiegelt.

●        Energiekosten (verwarming en elektriciteit): hier vullen we reële kosten in aangezien woningen zeer verschillend zijn op vlak van energiezuinigheid.

●        Onderwijskosten voor kinderen in secundair en hoger onderwijs aangezien deze niet voorzien zijn binnen de referentiebudgetten.

Verder nemen we bijkomende ‘overige uitgaven’ mee op in het REMI maandbudget aangezien deze niet zijn opgenomen in de referentiebudgetten:

●        Bedrag maximumfactuur (op jaarbasis) voor gezinnen waarbij geoordeeld wordt dat ze structureel hoge medische kosten hebben

●        Uitgaven voor kinderopvang in functie van sociale en/of professionele activering

●        Alimentatie-uitgaven

Huurkosten / Kosten hypothecaire lening

Voor huurkosten en kosten voor hypothecaire leningen gaan de referentiebudgetten binnen REMI uit van het Vlaams gemiddelde. De prijzen voor huisvesting liggen in Bierbeek gemiddeld echter boven het Vlaams gemiddelde aangezien Bierbeek gemiddeld gezien een duurdere gemeente is om in te wonen.

Kosten voor huurders

Voor huurders houden we rekening met de reële huurprijs, afgetopt tot de gemiddelde huurprijs in Bierbeek voor een woning/appartement voor dat specifieke gezinstype:

●        Gemiddelde huurprijzen in Bierbeek:

○        Huis: € 930,7 per maand

○        Appartement: € 903,9 per maand

●        + 20% per kind ten laste (tot maximaal + 50%)

Kosten voor eigenaars

Voor eigenaars toppen we de reële kost van een hypothecaire lening op eenzelfde manier af zoals de huurprijzen.

Voor eigenaars nemen we volgende kosten mee in het REMI maandbudget:

●        Kosten onroerende voorheffing

●        Kosten schuldsaldoverzekering

●        Onderhoudskosten voor de woning als eigenaar

○        Hiervoor nemen we jaarlijks 1% van de gemiddelde aankoopprijs van dat type woning in het Vlaams gewest in rekening :

■        Appartement - € 244.750 = € 2.447

■        Gesloten of halfopen bebouwing - € 295.000 = € 2.950

■        Open bebouwing - € 405.000 = € 4.050

Schulden

We nemen schulden niet automatisch mee in rekening in de berekening van het REMI maandbudget.

Voor personen in een collectieve schuldenregeling wordt er geen REMI maandbudget opgemaakt aangezien het zeer afhankelijk is van de collectieve schuldenregelaar wat er allemaal nog betaald moet worden met het leefgeld dat ter beschikking gesteld wordt.

Volgende schulden worden WEL meegenomen in het REMI maandbudget:

●        Schulden die gemaakt zijn om kosten van levensnoodzakelijke behoeften te betalen, zoals:

○        Water- en energieschulden

○        Ziekenhuisschulden

○        Onderwijsschulden

○        Huurachterstallen

○        Deurwaarderskosten gelinkt aan schulden voor levensnoodzakelijke behoeften.

●        Deze schulden worden meegenomen in het REMI maandbudget onder volgende voorwaarden:

○        Dat ze het gevolg zijn van een inkomen of leefgeld dat onvoldoende is om in alle basisbehoeften te voorzien

○        Dat ze niet het gevolg zijn van nalatigheid

○        Dat er een afbetaalplan voor deze schulden vastgelegd is

Medische kosten

De referentiebudgetten REMI gaan uit van gezinstypes met gezinsleden die allemaal in goede gezondheid verkeren. In de referentiebudgetten zijn uitgebreide medische kosten niet meegerekend.

Om de administratieve overlast te vermijden dat we voor alle aanvragers alle medische facturen, betaalde remgelden en ontvangen mutualiteitsuitbetalingen moeten opzoeken en uitpluizen, kiezen we voor een pragmatische aanpak op dit vlak:

●        Standaard nemen we bijkomende (occasionele) medische kosten niet op in de berekening van het REMI maandbudget

●        Voor aanvragers waarbij de MW’er oordeelt dat ze structureel verhoogde medische kosten hebben omwille van ziekte, ongeval, handicap, etc., berekenen we het bedrag van de maximumfactuur voor die specifieke gezinssituatie en brengen we dat bedrag van de maximumfactuur in als extra jaarlijkse kost via ‘overige uitgaven’.

Autokosten

Kosten voor het bezit en gebruik van een wagen worden niet automatisch in rekening genomen binnen het REMI maandbudget.

De referentiebudgetten binnen REMI nemen standaard geen kosten mee voor het bezig en gebruik van een eigen auto. Typegezinnen worden verondersteld voldoende mobiel te zijn te voet, met de fiets, het openbaar vervoer en occasioneel een deelwagen.

Deze basismobiliteit is echter niet overal gewaarborgd in een eerder landelijke en uitgestrekte gemeente zoals Bierbeek.

Het sociaal onderzoek moet uitwijzen of deze basismobiliteit gewaarborgd is ZONDER wagen. Het uitgangspunt hiervoor moet zijn dat alle gezinsleden mobiel genoeg zijn om volwaardig aan de samenleving te kunnen participeren en hun sociale rollen naar behoren te kunnen spelen.

○        Indien ja: eventuele autokosten worden niet meegenomen

○        Indien neen: autokosten worden wel meegenomen

We nemen altijd maximaal 1 wagen in rekening binnen het REMI maandbudget.

Voor de berekening van de autokosten die in rekening genomen worden, baseren we ons op het referentiebudget dat CEBUD hiervoor ontwikkelde in onderstaande tabel:

Eenmalige kosten

Eenmalige, uitzonderlijke kosten worden niet meegerekend in het REMI maandbudget. Deze kosten kunnen onderwerp uitmaken van een aanvullende financiële steunaanvraag die op basis van het REMI maandbudget gediagnosticeerd wordt.

Indien de MW’er merkt dat dergelijke eenmalige, uitzonderlijke kosten toch op regelmatige of jaarlijkse basis opduiken, kan eventueel bekeken worden of ze toch als ‘overige kost’ in het REMI maandbudget opgenomen moeten worden.

Toepassingsmodaliteiten REMI maandbudget

Steun gekoppeld aan REMI

Wat doen we met het resultaat van het REMI maandbudget?

In eerste instantie willen we REMI gebruiken als beoordelingsinstrument om te bepalen of en in welke mate iemand behoeftig is en/of bijkomende steun nodig heeft.

Of er een bijkomende financiële steun gegeven wordt en over welk bedrag dit dan zou moeten gaan, laten we voorlopig over aan een individuele beslissing door het BCSD, zonder daar concrete bedragen aan te koppelen

Het maximale uit te keren steunbedrag stellen we gelijk met het bedrag dat het REMI maandbudget als te kort aanduidt.

Na 1 jaar gebruik van dit kader, willen we deze werking evalueren en deze manier van steun toekennen op basis van het REMI maandbudget herbekijken.

Voorwaarden bij aanvullende financiële steun obv. REMI maandbudget

Welke voorwaarden koppelen wij aan het toekennen van een financiële steun op basis van het REMI maandbudget?

Periodiciteit

We kennen aanvullende financiële steunen toe met een periodiciteit van minimaal 1 dag tot maximaal 1 jaar. Ten laatste na 1 jaar dient elke vorm van lopende aanvullende financiële steun herbekeken te worden via een sociaal onderzoek en beslissing van het BCSD.

2..8.2.2. Begeleidingsvoorwaarden

Aan elke steuntoekenning worden individueel te bepalen voorwaarden gekoppeld in de vorm van een begeleidingsovereenkomst met inspanningsverbintenis. Volgende elementen worden standaard verwacht van begunstigden:

●        Maximaal uitputten van rechten zoals onderhoudsgelden, uitkeringen, etc.

●        Intensief inzetten op activering, behalve indien er billijkheidsredenen ingeroepen kunnen worden.

●        Vaste kosten zo laag mogelijk houden door te bijvoorbeeld te zoeken naar aangepaste woonsituatie (vb: sociale huisvesting), energiecontracten te optimaliseren, overbodige multimedia abonnementen stop te zetten, etc.

REMI op BCSD

Hoe brengen we het REMI maandbudget op het BCSD?

We noteren het resultaat van de berekening van het REMI maandbudget onder de rubriek ‘Financiële situatie’ binnen het sociaal verslag.

●        We geven het totaalbedrag van de inkomsten weer

●        We geven het totaalbedrag van de uitgaven weer (zowel reële uitgaven als de uitgaven volgens het referentiebudget)

●        We geven het resultaat van het REMI maandbudget weer (zowel op basis van de reële uitgaven als op basis van de uitgaven volgens het referentiebudget.

In het eerste jaar voegen we de maandbudgetten als PDF toe aan het sociaal verslag voor het BCSD zodat alle actoren voeling krijgen met deze methodiek.

Nadien, wanneer deze methodiek voldoende geïmplementeerd is, willen we omwille van administratieve vereenvoudiging de integrale maandbudgetten niet meer standaard toevoegen als bijlage bij het sociaal verslag maar bewaren we het in het individueel cliëntdossier in Sierra2.0.

Toepassingsgebied

Dit werkingskader is van toepassing op de maatschappelijk werkers van dienst Welzijn die individuele begeleidingen en steunvragen behandelen.

Verantwoordelijken en bevoegdheden

●        Wie is verantwoordelijk voor het correct naleven van deze procedure of richtlijn?

○        Hoofdmaatschappelijk werker

○        Maatschappelijk werker

●        Wie heeft de bevoegdheid om wijzigingen hieraan aan te brengen en goed te keuren?

○        Raad voor maatschappelijk welzijn

●        Wie wordt geraadpleegd en betrokken om wijzigingen aan te brengen in de procedure of richtlijn?

○        Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst

○        Vast Bureau

○        Hoofdmaatschappelijk werker

○        Maatschappelijk werker

○        Diensthoofd Welzijn

●        Wie wordt geïnformeerd over wijzigingen in de procedure of richtlijn?

○        Cliënten in begeleiding of met een steunvraag

Definities en termen

●        BCSD = Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst

●        POD MI = Programmatorische Overheidsdienst voor Maatschappelijke Integratie

●        VB = Vast Bureau

●        MW’er = maatschappelijk werker

●        REMI = Referentiebudgetten voor maatschappelijke integratie

Regelgeving en kader

●        POD MI - Omzendbrief ‘REMI’ van 10 maart 2023

●        Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn – REMI Afsprakenkader: Referentiebudgetten voor een menswaardig inkomen – Thomas More – Versie mei 2023

Zitting van 1 februari 2024

OPENBARE ZITTING

Kennisneming

Het vast bureau neemt kennis van de vragen van de raadsleden.